Er is de laatste jaren veel discussie geweest over de veiligheid van zoetstoffen. Veel mensen vragen zich af wat de effecten van zoetstoffen op de gezondheid van mensen kunnen zijn. Wat is nu precies waar over zoetstoffen en wat niet? Ik vind het daarom belangrijk om vandaag mijn kijk op het gebruik van zoetstoffen en suikers te delen.
Wat is suiker?
Voorbeelden van suikers zijn sacharose (sucrose of kristalsuiker, opgebouwd uit glucose en fructose), glucose (druivensuiker), fructose (vruchtensuiker) en lactose (melksuiker). De ‘klassieke’ tafelsuiker wordt gemaakt uit het sap van suikerbieten. In sommige producten komen van nature suikers voor, bijvoorbeeld lactose in melk of fructose in honing. In de voedingsmiddelenindustrie wordt ook veel gebruik gemaakt van deze verschillende suikersoorten. Hoewel de zoetkracht van al deze suikersoorten kan verschillen, leveren alle suikers dezelfde hoeveelheid energie, namelijk 4 kilocalorieën per gram. Deze energie wordt in het lichaam gebruikt voor lichamelijke activiteit, voor groei, beweging of er wordt een energievoorraad opgeslagen in het lichaam in de vorm van lichaamsvet.
Wat zijn zoetstoffen?
Wat we bedoelen als we spreken over zoetstoffen, zijn de kunstmatige zoetstoffen die we gebruiken als vervanging voor suiker. De zoetstoffen zijn onder te verdelen in laagcalorische zoetstoffen, ook wel intensieve zoetstoffen, en polyolen, ook wel extensieve zoetstoffen:
- Polyolen
Natuurlijke zoetstoffen die kunstmatig zijn bewerkt. Ze zijn ongeveer even zoet als suiker, maar leveren iets minder energie (calorieën) doordat ze niet helemaal door ons lichaam worden opgenomen. Voorbeelden zijn xylitol, sorbitol en maltitol. - Intensieve zoetstoffen
Deze zijn meestal synthetisch gemaakt en véél zoeter dan suiker. Sommige zijn wel tot 500 keer zo zoet als suiker. Hierdoor is er maar een hele kleine hoeveelheid nodig om een product zoet te maken en bevat de zoetstof vrijwel geen calorieën. Voorbeelden van intensieve zoetstoffen zijn aspartaam, cyclamaat, acesulfaam-K, sacharine en sucralose.
In welke producten zit zoetstof?
In heel veel producten zitten tegenwoordig zoetstoffen.
➥ Polyolen komen vooral voor in kauwgom en in producten die bedoeld zijn voor mensen met diabetes. Omdat polyolen niet véél minder calorieën bevatten dan suiker, zijn ze bij het afvallen niet heel bruikbaar. Voor mensen met diabetes levert het echter wel voordeel op, omdat de producten waar zoetstof in zit verwerkt minder effect hebben op de bloedsuikerspiegel.
➥ Intensieve zoetstoffen komen vooral voor in light frisdranken, suikervrije siroop, zuivelproducten met 0% suiker, suikervrije jam of ander suikervrij broodbeleg en natuurlijk in zoetjes, zoetstof of in vloeibare zoetstof.
Oordeel European Food Savety Authority
Doordat polyolen niet helemaal worden afgebroken, komen ze in je darmen terecht. Als dit in grote hoeveelheden gebeurt, kan dit diarree veroorzaken. Je kunt hier last van krijgen als je bijvoorbeeld de hele dag kauwgom eet.
Naar de veilig inname van intensieve zoetstoffen is ontzettend veel onderzoek gedaan. De European Food Savety Authority is uiteindelijk akkoord gegaan met een aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) van maximaal 17 eenheden zoetstof per dag als het gaat om aspartaam. Dit betekent maximaal 17 glazen light frisdrank of 17 zoetjes per dag.
Mijn advies
Mijn advies voor een gemiddeld gezond persoon is om zoetstof (net als suiker) met mate te gebruiken. Ik raad je aan om niet meer dan 4 eenheden zoetstof per dag te gebruiken. Dus bijvoorbeeld 2 glazen fanta light, één optimel toetje en één kop koffie met zoetjes. Pas bij kinderen nog extra op. Hier zou mijn advies zijn om ze niet meer dan 2 eenheden zoetstof per dag te geven.
Mijn conclusie als voedingsdeskundige
In mijn ogen kan het gebruik van zoetstof in veel gevallen heel nuttig zijn, omdat zoetstof lager in calorieën is dan suiker. Ik zou je echter niet aanraden om de grens van de aangeraden hoeveelheid zoetstoffen te gaan opzoeken of te overschrijden.
Naar mijn mening is zoetstof niet slechter of gevaarlijker dan suiker. Blijf ook beseffen dat suiker net zo goed schadelijk is bij overmatig gebruik. Het is belangrijk om bij beide producten op te letten op de hoeveelheid die je gebruikt. Neem rustig af en toe een product dat zoetstof bevat, maar doe dit gewoon niet te vaak. Als je overal zoetstof in gaat gebruiken, wen je gemakkelijk aan de zoete smaak. Daarnaast zijn er onderzoeken gedaan waaruit is gebleken dat je hersenen door de zoete smaak denken dat er suiker in het lichaam binnenkomt. Hierop wordt door het lichaam gereageerd met de aanmaak van insuline. Door de aanwezigheid van de insuline, krijg je op een later moment weer trek in zoete dingen. In mijn praktijk adviseer ik mijn cliënten dan ook vaak om zichzelf een minder zoete smaak aan te leren.
Disclaimer: Het is belangrijk om altijd naar je eigen gevoel te blijven luisteren. Wanneer jij je niet prettig voelt bij het gebruik van zoetstoffen, doe het dan gewoon niet.
Auteur: Gerdy Beelen, Gezondheidswetenschapper en Voedingsdeskundige
Reactie plaatsen
Reacties